Niet ver bij de camping vandaan (maar te ver om te lopen) ligt de Mostnica Gorge, een kloof met mooi blauw water dat er doorheen stroomt.

We rijden er naar toe en lopen een pad van circa 2 uur door de kloof.

Het eerste stuk pad is bergop lopen naar het kloof zelf. De tocht gaat door het bos, dat is gelet op de hitte wel zo lekker. Schaduw is zeker gewenst.

Voordat we bij de kloof zelf komen, passeren we eerst nog een mooie oude brug.

Hoewel we zeker niet alleen zijn, is het wel betrekkelijk rustig.

Op het pad zijn her en der vertakkingen die naar de rivier leiden en mooie plaatjes opleveren.

We lopen op ons gemak een rondje, waarbij de meiden regelmatig op papa moeten wachten die foto’s neemt en nieuwe dingen uitprobeert met de camera (zie onder).

Het levert een hoop mooie plaatjes op. In werkelijkheid is het allemaal een stuk meer indrukwekkend, maar de mist die door het stuivende water in de kloof hangt wil niet lekker op de foto.

Na een ruime 2 uur lopen zijn we weer terug bij de camper. Het is erg warm om te lopen en de meisjes klagen dat ze het heet hebben.

Eenmaal terug bij de camper besluiten we een andere kloof die hier op lijkt, in de buurt van Bled, maar te laten zitten en direct te rijden naar onze volgende bestemming, Rogla.

Rogla is een super klein plaatsje waar je goed zou moeten kunnen wandelen. Dat lijkt ons wel wat. Het is nog best een eindje rijden, dus op zich fijn dat we nu al wat bijtijds vertrekken. Later blijkt dat dit ook om andere redenen handig was.

Als we een tijd rijden horen we af en toe een raar soort geluid. Alsof er iets trilt in een kastje. Terwijl we rijden zoeken we door de camper waar het geluid vandaan komt, maar kunnen het niet vinden.

We rijden op de snelweg en veel plekken om te stoppen zijn er niet.

Als we op een gegeven moment een steile helling op rijden wordt het tikkende geluid een enorme herrie en het is duidelijk, er is iets mis met de camper. Gelukkig komt vrij direct een afslag naar een pompstation waar we dankbaar gebruik van maken.

Eenmaal geparkeerd is het euvel direct zichtbaar. De beschermkap van de katalysator is doorgeroest en het deel dat is losgeslagen raakt nu de weg, waardoor we tijdens het rijden vonken veroorzaken.

We vragen het pompstation of er een garage in de buurt is. Dat is het geval, 4 kilometer verderop. We vinden de garage op maps.me en vogelen vervolgens uit hoe nu verder te rijden.

Gelukkig is de camper op deze plek zodanig hoog dat ik er zelf met enige moeite onder kan wurmen. We duwen de kap die erg op spanning staat terug op de plek en fixeren deze met een touwtje dat we pas gekocht hadden.

Voel me erg McGuyver-ig bezig. Is niet een permanente oplossing, maar zorgt er wel voor dat we de komende paar kilometers niet met een vonkenregen door de straten hoeven rijden.

Bij de plek waar volgens maps.me een garage zou moeten zijn is alleen een lege loods. Een bandenreparatiebedrijf kan ons wel op weg helpen naar een garage in de buurt. Ze zijn zelfs zo vriendelijk om voor ons uit te rijden. Dat was goed ook, want we gaan nu wel echt door kruip door sluip door wegen.

Bij de garage moeten we wel even op onze beurt wachten. Het is hier een komen en gaan van auto’s en alles wordt snel gerepareerd. Als wij aan de beurt zijn gebeurd wat ik al had verwacht. Het resterende deel van de kap dat nog vast zit moet er vanaf geslepen worden.

Met ons in de auto worden we opgekrikt en in een mum van tijd is het er af geslepen. De rekening valt alleszins mee (zoals verwacht) en na wat kletsen met de eigenaar van de garage kunnen we weer veilig op weg.

Het is nog een half uurtje naar Rogla. Inmiddels begint de zon al te zakken. Fijn dat we op tijd waren vertrokken, want anders waren er geen garages meer open geweest.

Bij Rogla gaan we staan op een plaats voor campers. Simpel, vlakbij het startpunt van een wandeling en nog met stroom ook. Afrekenen via een automaat, net alsof je een parkeerkaartje koopt.

De meiden voetballen nog even lekker buiten en ik kijk alvast even in de omgeving terwijl Maaike kookt. Vlakbij is een soort bekken waarin allemaal watersalamanders leven. Grappig om te zien.

We eten lekker wat en luisteren naar het getik van de regen op de camper en gaan daarna lekker slapen.