Na een brak nachtje met weinig slapen ( herrie, licht, slechte matras, harde wind en regen werkten niet mee) rond een uur of 7 uit de veren en ik schat tegen 9 uur op weg.
Water koken duurde eeuwen op de gaspitten van het huisje, maar mijn ontbijt smaakte goed. Douches hebben ze bij deze hut niet dus is het tanden poetsen en op weg.
Het eerste stuk is door sneeuw, maar anders dan gisteren is het niet meer zo bewolkt. En ook de lichte sneeuw van vanmorgen is er niet meer.
In het witte landschap zie ik in de verte al een paar anderen die vertrokken zijn, maar her gat is best groot. Ik kan heerlijk genieten van de natuur. Het is een bizar landschap. Hier en daar is er ineens een groot gat geslagen in de sneeuwmassa door geothermische activiteit. Letterlijk het land van vuur en ijs.
Het uitzicht is overweldigend, het ene mooie landschap na het andere. Het is telkens neet of je in een ansichtkaart loopt.
Het eerste stuk is de heel tijd stijgen en dalen en voor her grootste deel in de sneeuw. Vermoeiend, maar ik merk dat dit me begin van de dag veel makkelijker af gaat.
Het uitzicht blijft fenomenaal en de omgeving laat steeds meer geothermische aciviteit zijn.
Soms blijkt een stuk sneeuw van onderen helemaal uitgehold door het warme water dat er onderdoor stroomt dat je op moet passen waar je loopt.
Langzaam aan wordt de sneeuw minder en dan ontvouwt zich een landschap van smeltende sneeuw met daarachter een groene oase. In de verte bij het meer kan je de hut al zien liggen.
Nu gaat het naar beneden, stijl naar beneden. Zonde ophouden. Ik zie nu het nut van die wandelstokken wel in. Voorzichtig ga ik naar beneden. Mijn voetenbenbtene hebben het zwaar.
Onderweg moeten we een aantal keer kleine stroompjes door die je vaak wel stappend over de stenen en af en toe een voet in niet te diep water wel overkomt.
Maar halverwege is er een echte ‘ford’ (doorwadingsplaats). Knie diep moet ik door her ijskoude water heen. Jeetje wat is dat koud. Maar gelukkig is her maar kort.
Daarna gaat het pad geleidelijker naar beneden totdat het op redelijk vlak terrein door een drassig landschap verder gaat. Nu is her alleen bog meters maken tot de hut.
De hut ligt mooi aan een meertje. Ik rust eerst wat uit, eet wat en besluit dan nog een tochtje langs het meer te maken. Het weer was al goed naar nu laat ook de zon zich nog zien.
Het is een mooie tocht langs de oever en grotendeels vlak, dus dat schiet lekker op. Als eindpunt zie ik nog een mooie groene berg met een kleine vallei ervoor.
Ik draai om en loop vervolgens het meer aan de andere zijde terug. Dat loopt minder snel en helaas blijkt ee bij de hutten geen brug te zijn zodat ik weer kniediep een rivier mag doorwaden.
In de hut eet ik wat en leer ik een nieuw ingewikkeld dobbelspel en speel dag met een paar andere hikers die in dezelfde hut overnachten en ik al vaak was tegengekomen.
Na een superhere douche lekke opgefrist. De rest gaat slapen. Ik week nog snel blog bij en ga dan ook maar proberen te slapen. Dit keer oordoppen in. Op hoop van zege.
Bedankt voor de mooie plaatjes,….zelfs op grote afstand weet deze natuur mij te raken en maakt bijzondere dingen in mij los….
Pa