’s ochtends na het ontbijt redelijk bijtijds de lange rit terug van de vulkaankrater naar de luchthaven. Daar moeten we tijdig de bagage inchecken voordat de balie sluit. Hetzelfde personeel is daarna namelijk nodig bij het verder inchecken en mogelijk ook inladen. Multitasken. Heb je altijd genoeg mensen.

De rit en vlucht voorlopen spoedig, al heeft de vlucht wel een half uur vertraging. Dat geeft ons mooi de gelegenheid om de meisjes nog even te laten uitrazen op het speeltuintje vlakbijde luchthaven.

Op de airport staat de man van de autoverhuur al enigszins ongeduldig op ons te wachten. Daar krijgen we in no-time de sleutels in de handen gedrukt en 5 minuten later zijn we al op weg. Het is een Renault Duster, prima auto, ligt lekker hoog op de weg, wat later met alle hoge drempels hier best handig is.

We rijden eerst naar de oude stad, waar de Portugezen voor het eerst waren neergestreken, Ciudad Veja. De Kaapverdische eilanden waren allemaal onbewoond en er waren ook geen dieren. Alles op de eilanden is geïmporteerd.

Dus ook de koeien en geiten die af en toe de snelweg oversteken. Bijzondere gewaarwording. Ook bijzonder dat de doorgaande weg zomaar grote hoge drempels kan hebben als een dorpje wordt doorkruist. Opletten geblazen. het is niet voor niets dat voor een stukje van 45 kilometer circa 1,5 uur staat.

Bij de oude stad een rondje gelopen en een souvenir op de kop getikt. Vervolgens de slingerweg weer omhoog, terug naar de hoofdweg, het binnenland in.

In het binnenland begint het behoorlijk te slingeren. Jammergenoeg hangen er vrij veel wolken, dus kunnen we de ruwe bergkammen niet altijd even goed zien.

We maken een stopje bij botanische tuinen. Het is een beperkt stukje tui1n, maar het is een aangename pauze.

Daarna rijden we verder door het mooie landschap. Met het licht van de namiddag ziet het er allemaal sprookjesachtig uit en nemen we nog een foto.

De toegangsweg naar onze overnachting is best interessant. Een pad van oneffen klinkers met een hellingshoek van heb ik jou daar. In de eerste versnelling trekt de auto zich met moeite omhoog, maar we komen er. Het pad gaat zo een kleine kilometer verder en dan komen we bij de uiterst vriendelijke heer, een fransman, oud-advocaat, die na ruim 30 jaar praktijk een andere weg is ingeslagen en een vrij fors huis met een hoop extra kamers heeft neergezet op de top van een berg met mooi uitzicht.

Vanavond kunnen we niet eten bij onze overnachting. dus moeten we nog even terug de stad in om daar wat eten te scoren. We krijgen als tip een lokaal restaurant, pingo pingo. Het was even zoeken in een achteraf steegje, maar uiteindelijk de entree gevonden. Een bijzonder etablissement waar kleine tafeltjes met plastic tafelkleden het decor vormen. Daar genieten we van een eenvoudige doch voedzame maaltijd, wat nog wel even wat gedoe was omdat niemand hier Engels spreekt en ons Portugees te wensen over laat.

Na de maaltijd rijden we terug en gaan we lekker slapen. De meiden dit keer in een eigen kamer met papa en mama een kamer verderop, door een deur naar buiten en dan weer naar binnen. Erg spannend allemaal, maar ze durven het wel. Binnen een mum van tijd is iedereen in diepe slaap.