Het regent, zoals was voorspeld. En dat doet het morgen ook nog. Inuvik is best een interessante omgeving, maar in de regen is dat minder interessant. Bovendien komt het gelet op de verdere plannen wel uit als we naar het zuiden vertrekken. Inuvik was niet echt opgenomen in de plannen, omdat niet zeker was dat het wel kon. De weg naar Tuktoyaktuk was helemaal een aangename verrassing. Vroeger kon je daar alleen met een vliegtuigje heen.

In Inuvik kopen we nog wat proviand voor onderweg en dan rijden we naar het zuiden. De weg is nat en rijd een stuk slechter. Zelfs de goede weg naar Inuvik vereist een aangepaste snelheid in de regen.

De auto wordt heel vies van al het opspattende modder en gruis. We voelen ons rally rijders met het opspattende modder. De auto is inmiddels ook voorzien van een extra coating van aangekoekte modder.

Na een lange rit bereiken we het eerste veer. Daar staat al een behoorlijke rij auto’s en moeten we wachten tot de tweede boot voor we verder kunnen. Al met al kost dit ons een uur ofzo.

De auto’s om ons heen zijn er ook niet veel schoner op geworden.

Daarna schiet het lekker op naar het tweede veer. Het weer klaart ook al wat op meer zuidelijk.

Bij het tweede veer denken we geluk te hebben omdat hij net aankomt. Maar als we aanstalten maken om er op te rijden moeten we onverwacht toch lang wachten omdat de crew de boot een half uur lang gaan schoonspuiten.

De weg erna rijden we verder op weg naar Eagle Plains.

Dit keer geen laaghangende bewolking bij de Wright pass en hebben we mooi zicht op de omgeving. Het landschap hier doet IJslands aan. Wat een geluk dat hier hier nu wel helder weer was, zien we dit toch nog.

We passeren de grens Yukon – Northwest Territories opnieuw en dit keer winnen we een uur tijd.

Het tweede deel van de pas trekken de wolken weer dicht, maar de wolkengrens blijft net boven de pas, dus we houden zicht.

We passeren de Arctic Circle naar het zuiden.

Daarna rijden we door over bekend landschap naar Eagle Plains. De weg is op de nodige plekken uitdagend. Gelukkig was het bij Rock River niet zo glad als de vorige keer en komen we daar weer heelhuids doorheen.

Onderweg worden we nog wel zowat van de weg gereden door een colonne senioren achter het stuur waar iemand duidelijk niet op zat te letten en op het midden van de weg bleef rijden. Gelukkig wist ik op tijd uit te wijken, maar in de zachtere berm maakte de kont van de auto wel een rare zwieper. Gelukkig wist ik alles goed op de weg te houden.

Daarna door naar Eagle Plains. Daar klaart het wat op en de weg lijkt hier droger. Hier heeft het (nog) niet zoveel geregend.

Bij Eagle Plains koken we wat, halen koffie en gaan dan verder, want er is nog volop licht en Eagle Plains is niet bepaald een inspirerende omgeving.

We rijden door naar de volgende overnachting, 180 kilometer verderop. De tocht gaat redelijk voorspoedig, want de weg wordt beter.

Onderweg nog wel even remmen voor een Moose op de weg.

Een heel eind verderop is er nog een omgevallen boom die we weg verspert. Iemand heeft evenwel een deel van de boom weggezaagd waardoor er 1 weghelft weer vrij is.

Ik kijk of de boom nog van de weg te trekken is, want in het donker zie je deze boom niet en rij je je te pletter, maar de boom zit nog vast in de grond en alleen met een zaag is de weg verder vrij te maken.

De auto is iets minder wit na de Dempster Highway

Even verderop is Engineer Creek campground, vlakbij engineer Creek die door alle metalen en algen rood is (lijkt wat op motorolie qua kleur). Daar zetten we de auto neer en gaan we niet lang daarna slapen. We hebben een groot deel van de Dempster er weer op zitten. Morgen volgt nog het makkelijke deel. We kunnen nu op ons gemak opstaan en vertrekken en naar Tombstone of Dawson rijden.