Na een nacht goed slapen redelijk fris en fruitig wakker geworden. Ontbijt in het hotel in Perth was goed en uitgebreid. Heerlijk gegeten. Vooral de omeletbar was een groot succes.
Na het ontbijt snel te stad in om twee simkaarten te scoren. In de hotelkamer e.e.a. installeren (wel zo handig, want je hebt een account nodig en daar heb je dus internet voor nodig en daar hebben we de Sim-kaart voor nodig). Gelukkig bood de hotel-wifi uitkomst.
Na installatie gaan we op pad de auto ophalen. Met een taxi waarin de koffers net aan inpassen rijden we naar de locatie van het verhuurbedrijf. Daar krijgen we de auto snel mee. Wel is het een redelijk doorleefd exemplaar. Op navraag van ons bevestigt men dat de tenten goed zijn en nog zijn getest. Omdat het best een gedoe is, zo’n tent in en uitklappen en we bovendien aan de weg staan, besluiten we dat deze toezegging afdoende is. Dat hadden we beter niet kunnen doen, zo zal later blijken.
We gaan op pad en al is het even wennen dat links rijden, niet lang daarna hebben we al de nodige inkopen gedaan voor wat aanvullende gear om te kamperen (vergiet e.d.) en hebben we ook boodschappen voor een paar dagen gedaan. Zo kunnen we even voort.
Daarna rijden we door op weg naar Cervantes, vlakbij de Pinnacles. Zowaar belanden we in een soort vroege spits achtige file, waardoor Pinnacles bereiken voor zonsondergang er niet meer in zit. Overigens lazen we dat je dan het park ook niet meer in komt, maar of dat waar is…
We laten het voor wat het is, stoppen nog wel even om van het mooie uitzicht en de zonsondergang te genieten en rijden dan door naar de camping waar we wilden staan.
De receptie is gesloten en – zo blijkt – mijn SIM is nog niet actief, dus kunnen we ook niet bellen naar het buiten reguliere tijden nummer.
Het hek is open, dus we kiezen zelf een vrije plek uit en gaan daar staan. De tenten uitklappen, in het donker. Het gaat vrij goed, tot we er achter komen dat de matras van de grote tent doorweekt is (geweest) en nog steeds zeiknat en beschimmeld. Onbruikbaar. Schandalig dat we e.e.a. zo mee hebben gekregen (en achteraf stom dat we de tent niet hebben laten testen), maar nu moeten we het er mee doen. Het is al laat. Dus besluiten we dat Maaike met de meiden in de wel goede 2-persoons tent bovenop de auto gaat slapen en dat ik een nachtje in de auto ga doorbrengen.
Voordat we ons hieraan overleveren gaan we eerst nog even wat eten. We kunnen pasta koken in de keuken van de camping, dus dat is wel zo fijn. Het eten gaat er goed in. Ondertussen hebben we contact met de verhuurder en die gaat morgenochtend iemand op ons af sturen met een matras.
’s avonds zo goed en zo kwaad het kan slapen. Eerst een paar uur opgekruld op de achterbank, maar uiteindelijk toch de voorstoel maar gepakt. De meisjes hadden ook een onrustige nacht met z’n 3-en.
Een beetje brak melden we ons de volgende ochtend en dan blijkt dat we 10 uur al uitgechecked moeten zijn. Ik gooi wat charmes in de strijd, geholpen door het verhaal van de natte matras en uiteindelijk mogen we ook om 12:00 uitchecken.
Inmiddels is duidelijk dat de matras van Exmouth komt, 10 uur rijden bij ons vandaan. Wij besluiten dat we vandaag dan eerst Pinnacles gaan bekijken en alvast naar Geraldton rijden, om daar in de buurt te overnachten. Er was daar een camping die er wel goed uitzag.
Zo gezegd zo gedaan. Na eerst nog even lekker gezwommen te hebben in het verwarmde buitenzwembad en de meisjes los mochten in een grote speeltuin, gaan we op pad.
De tocht door Pinnacles is mooi. Bijzonder om te zien, al die rotsformaties op een verder vrijwel lege vlakte.
We rijden eerst een rondje door het gebied. Dat is af en toe best krap (voor deze grote logge auto) tussen de rotsblokken door.
en wandelen daarna ook nog een stuk.
Ondertussen worden veel foto’s gemaakt. Ook Madouc is druk bezig met foto’s maken. Dat moet allemaal heel precies en vaak ook opnieuw omdat iets niet helemaal naar d’r zin was gegaan.
Na Pinnacles rijden we nog kort langs de Stromboliten van Lake Thetis.
Stromboliten zijn een heel oude levensvorm die er verdomd veel uitziet als een rotsblok. Indrukwekkender om te beseffen dan om te zien.
Daarna rijden we door naar Geraldton. Onderweg begrijpen we dat de chauffeur een dieselprobleem heeft en niet eerder dan 21:00 in Geraldton zal zijn. Dat betekent dat wij nog even tijd hebben om makkelijk wat eten te halen, zodat we niet met de straffe wind die is op komen zetten hoeven te koken.
Bij de camping waar we wilden staan aangekomen blijkt dat de receptie gesloten is. Op zich kunnen wij hier nog wel terecht, maar dan kan onze matrassenkoerier ons niet meer bereiken, want na 21:00 gaat het hek dicht. Dan maar voor een andere campingplaats op een soort parkeerterrein, stuk winderiger, maar we moeten toch die vent ergens kunnen ontvangen.
Dat wordt echt een slapstick. Als we de tent klaar hebben gezet om de matras te kunnen wisselen blijkt dat hij verkeerd is gereden (150km) en daarom nu pas vertrekt vanaf een locatie 2 uur rijden verderop.
Dat betekent dat hij om 23:00 uur aankomt. Lastig maar te doen.
Uiteindelijk blijken er meer problemen onderweg en tegen een uur of 1:00 zien we onze matrassenchauffeur. Met het omwisselen van de matrassen zijn we een half uurtje bezig. We ruilen ook van gasstel, want die van ons blijft niet aan staan.
Het is gaan hozen en keihard waaien en na de wissel zijn we behoorlijk nat. Bovendien waait het ook zo hard dat we de tent hier niet uit durven laten staan. We moeten er nog 3 weken mee verder. Dus pakken we de boel in, maken de meisjes wakker en rijden naar het dichtsbijzijnde motel. Maar die is al dicht. Alles is al dicht. Dus wordt het een nachtje slapen in de auto. Beroerd, maar t is niet anders.
Wat waardeloos dat het zo gaat.
Maar de steps van Madouc zijn heel grappig