’s ochtends relaxed ontbijten in een mooie omgeving, omringd door een soort papagaaien die best veel herrie maken.

Daarna is het nog circa 10 kilometer rijden over een slechte weg naar het startpunt van de wandeling naar Bell Gorge.

De wandeling is goed te doen, al is het wel behoorlijk warm.

Na een half uurtje lopen komen we bij het punt waar we door het water moeten naar de overkant van de kloof om daar af te dalen naar het stuk onder de waterval. Daar kan je goed zwemmen.

De vorige keer dat we hier waren (13 jaar geleden), hadden we dat niet gedaan, want we hadden toen op de wandeling geen zwemspullen meegenomen en geen zin om het hele stuk heen en weer te lopen.

Hoewel vliegen met de drone bijna overal verboden lijkt in Australië, laten we toch de drone uit voor wat mooie plaatjes. Ook mooie filmpjes gemaakt, maar die upload ik wel als we weer thuis zijn.

De afdaling is nog best pittig op stukjes, maar over het algemeen goed te doen.

Eenmaal bij de waterval blijven we lekker lang heerlijk zwemmen.

Na een tijd waterpret klimmen we weer naar boven en gaan we terug naar de auto.

Onderweg stoppen we nog even bij Galvans Gorge om daar te kijken (en kort te zwemmen).

Door dit stopje zijn we wel weer laat, waardoor we in het donker arriveren bij Manning Gorge (het wordt hier ook belachelijk vroeg donker, 17:30!).

We vinden ergens een plek om de auto neer te zetten en de tent uit te klappen en koken wat.

Na deze intensieve dag vol zon en zwemmen duurt het niet lang voordat we met z’n allen heerlijk slapen.