’s ochtends heerlijk pannenkoeken gegeten. We hebben hier een super klein pannetje gekocht dat op het kleine gaspitje dat we zelf hadden meegenomen kan blijven staan, dus nu kunnen we met twee pannen bakken. Dat schiet wat meer op.
De meiden vermaken zich ondertussen wel chillend op de camping.
Als de pannenkoeken klaar zijn wordt er aangevallen. Lekker genieten.
We zijn – achteraf bezien – al wat laat vertrokken voor de trip naar Wunnemurre gorge die op ongeveer 10 kilometer afstand ligt. De weg naar de gorge toe is zo slecht, vol met grote stenen, diepe zandgeulen, kuilen en noem maar op, dat we over deze 10 kilometer ruim 1 uur en 15 minuten doen (wat ook de gebruikelijke tijd is voor deze rit, zo blijkt).
We stoppen ongeveer 1 kilometer voor de parkeerplaats waar de wandeling naar de gorge begint omdat de weg op dit punt zodanig steil naar beneden gaat, dat onze auto een groot risico heeft om vast te komen zitten, laat staan dat we vrijwel zeker hard de bodem van de auto gaan raken. Dat is het ons niet waard. En hoewel het echt heel heet is hier, hebben we daar 20 minuten extra lopen heen en terug wel voor over.
We parkeren de auto en beginnen aan de wandeling. Eerst over de weg en later over een slecht gemarkeerd wandelpad. Echt een australisch pad. Veel stenen waar je een weg over en doorheen moet vinden en hier een daar een stip of gekleurd bandje om de route aan te geven. We volgen de paarse route. Na 45 minuten flink doorlopen komen we bij de gorge aan.
Daar moeten we nog op een ingewikkelde wijze afdalen. Diepe afstappen en op een bepaald punt ook een wankele ladder die deels los is gekomen van de rotsen.
Eenmaal beneden is er een zandstrand en kunnen we heerlijk zwemmen. Door de waterval zijn er meerdere zandbanken en zijn er daardoor diverse diepe en ondiepe stukken. Dus voor ieder wat wils.
We zwemmen lekker in de gorge, naar de waterval, et cetera. Nadat de angst voor krokodillen (er zit hier ook een zoetwaterkrokodil) is overwonnen spelen de meisjes lekker in het ondiepe deel en springen vandaar in het diepen.
Na het zwemmen laat ik de drone nog uit en maak wat leuke foto’s en filmpjes. Eindelijk een plek waar dit ook mag.
Ook wordt nog snel even gekeken naar de Rock Art die een klein stukje verderop is.
Dan is het – helaas – tijd om te gaan. Hoewel er nog meer dan afdoende licht is en we ons prima vermaken, moeten we dezelfde weg ook terug en dat kost tijd. Het is bovendien ook geen weg om in het donker te willen rijden. Daarvoor is het veel te technisch, je moet goed kunnen zien waar je de wielen moet plaatsen.
Eigenlijk later dan we hadden gewild lopen we terug. We houden er flink de pas in en het lukt ons om in 45 minuten terug bij de auto te zijn.
Waar onze auto geparkeerd staat zien we nog een ander busje. We maken daar niet veel van.
We rijden – af en toe lelijk verblind door de laagstaande zon – de route terug en het lukt ons dit keer het in ongeveer een uur te rijden, waardoor we net voor het donker terug zijn.
Achter ons volgen nog 2 beter voor deze weg ge-equipeerde landcruisers.
Terwijl ik de tent opzet en de meiden even douchen, is het al weer etenstijd.
Bij het avondeten blijkt dat er iemand niet is komen opdagen voor het eten. Een dame alleen. Ze was erg laat naar de gorge gegaan en heeft het mogelijk niet meer voor het donker terug gered.
We leggen uit dat we haar niet bij de gorge hebben gezien en ook niet op het pad naar de gorge zijn tegengekomen en dat we nog een auto hadden zien staan, net als ons 1 kilometer voor de parkeerplaats geparkeerd.
Men doet alsof men zich geen zorgen maakt, als ze haar auto maar terug gevonden heeft is er niets aan de hand. Ze kan daar ook overnachten (mag niet, kan wel).
Later blijkt dat de beheerder diezelfde nacht in het donker nog naar de plek toe is gereden om te zien of ze in haar auto zat, maar dat bleek niet het geval. Dat is best link in deze omgeving, want door de hitte droog je zo uit.
Wij weten evenwel van niets en eten rustig een heerlijke maaltijd van diverse groenten, aardappelpuree, kaassaus en heerlijke corned beef (wij denken uit de oven).
Daarna spelen we weer een spelletje om vervolgens te gaan slapen. We twijfelen nog of we de volgende dag naar El Questro zullen rijden of dat we naar Mitchell plateau gaan proberen te rijden in 1 dag. Of dat laatste realistisch is, is maar zeer de vraag. Ook zitten we te puzzelen of we daar wel tijd voor hebben. Aan de ene kant willen we het wel graag zien, aan de andere kant kost het ons waarschijnlijk minimaal 3 dagen, waarvan 2 dagen eigenlijk alleen maar reizen.
We hakken morgen wel een knoop, nu eerst slapen.
Geef een reactie