’s ochtends weer gebruikelijke ritueel. Ontbijten en inpakken.
’s ochtends horen we dat de dame in kwestie nog steeds niet gevonden is en dat de beheerder haar gisteravond ook niet in de auto heeft aangetroffen. Er is al gezocht met een vliegtuig, maar zonder succes. En aangezien het vliegtuig moet tanken in Derby zitten er redelijk wat tussenpozen tussen de pogingen haar te vinden.
Inmiddels is er een heel regiment aan agenten, paramedici en andere hulptroepen gearriveerd en daar hebben de beheerder en zijn vrouw de handen vol aan.
We moeten hier ook nog wat diesel scoren zodat we het redden om de Gibb River Road af te komen. Op basis van de huidige stand van de tank redden we dat net niet. Maar door alle hectiek ten aanzien van de vermissing en de hulptroepen die gekomen zijn, is er geen tijd om ons van diesel te voorzien.
Dat is voor ons wel een probleem, want dan moeten we 100km terug rijden naar Mt. Barnett (en dan 100km terug, terwijl het de vraag is of we dan wel genoeg diesel hebben om het te redden. Los daarvan kost dat 2 uur extra reistijd en dat kunnen we op deze dag, waar we sowieso veel kilometers moeten afleggen, niet gebruiken.
Als we naar Mitchell Plateau zouden gaan, dan kunnen we onderweg nog wel tanken bij Drysdale, maar eerder die ochtend hadden we – vanwege de hoeveelheid tijd die het kost om naar Mitchell Plateau te gaan – die optie afgeschoten, omdat het niet te combineren is met de andere dingen die we onderweg nog willen zien.
We besluiten nog even te wachten en hier later, als de rust wat meer is wedergekeerd, alsnog te proberen hier diesel te scoren. Dat blijkt een goede keuze, want een half uurtje later, als duidelijk is dat de hulptroepen nog wachten op versterking die met het vliegtuig gebracht moet worden, kunnen we wel diesel krijgen.
Ook leggen we nog een verklaring af aan de lokale politie, aangezien wij een van de laatste personen op de route waren en het belangrijk is waar we haar niet hebben gezien, zodat ze het zoekveld kunnen verkleinen. Ook geef ik de beelden van de drone die ik gisteren gemaakt nog af, mogelijk dat daar nog wat op te zien is.
Daarna begint de lange tocht naar El Questro. Het is al bijna middag als we gaan rijden en de weg naar het noordoosten zou slechter zijn, dus is het onduidelijk hoe hard we kunnen rijden.
Het eerste stukje schiet aardig op. al vrij snel hebben we een flinke crossing te pakken, de Durack. Een lange strook water, maar gelukkig niet al te diep (40-50 cm).
Over de weg er na is pas een grater geweest en daarom vrij vlak. Dat betekent dat we flink kunnen doorrijden. Dat valt weer mee. Maar even verderop rijden we tegen een colonne van langzaam rijdende road trains aan. Dat is balen, want dit kan zo uren extra duren.
Gelukkig rijdt er achter deze colonne een service truck met een radio. Die heeft contact met de Road Trains en er is weinig verkeer, dus het is veilig voor ons om ze in te halen (dat is anders niet te doen, omdat je onzichtbaar bent in de stofwolk die de Road Trains veroorzaken.
De Road Trains rijden even extra langzaam zodat er minder stof is en na een paar minuten zijn we ze allemaal al gepasseerd.
Het vervolgstuk schiet lekker op, tot we de grater bereiken. Daarna is het over met het goede wegdek. De corrugation is hier erg slecht en we rijden stukken 80 kilometer per uur om over de ribbels heen te glijden en daarna weer 20 kilometer per uur omdat de ribbels te heftig zijn om ovefrheen te rijden.
Na een flink stuk rijden stoppen we bij Ellenbrae voor koffie, tosti’s en hun beroemde scones. Ellebrae is een soort groene oase in het verder best dorre landschap.
Na de stop rijden we verder tot we aankomen bij een uitkijkpunt met mooi uitzicht over de Pentecost en Cockburn ranges. Anika kletst weer lekker in het engels met andere mensen die hier zitten voor de zonsondergang. In de verte is de rook van bushfires goed te zien.
We rijden nog een stuk verder en dan staan we voor de grote oversteek van de Pentecost River. Deze rivier was voor we vertrokken naar de Gibb 70+ centimeter diep en een beetje de grens van wat de auto aan zou moeten kunnen, maar het heeft sindsdien niet geregend, dus het peil zal wat gedaald zijn, zodat we er zonder problemen doorheen kunnen.
Het uitzicht is overigens ook geweldig hier, de Pentecost en daarachter het gebergte van de ranges.
We rijden zonder problemen naar de overkant (uitstappen kan hier niet, er zwemmen ook zoutwater krokodillen in dit gebied) en rijden vervolgens verder.
Maar onderweg stoppen we nog een paar keer vanwege het indrukwekkende landschap en de bijzondere zonsondergang, vermengd met de rook van bushfires.
Surrealistische plaatjes.
We rijden nog wat verder. Als we de afslag naar El Questro bereiken is het al donker.
We slaan de 16 kilometer lange gravelweg in. Gelukkig is deze best goed. Wel een vrij diepe crossing (altijd lastig in het donker), maar we komen er zonder problemen doorheen.
Bij de campground weten we ons nog after hours in the checken.
’s avonds koken in de camp kitchen. Als Maaike nog wat uit de auto wil halen blijken er twee op hol geslagen stieren over het camping terrein te lopen en moet Maaike in de auto blijven tot ze weggejaagd zijn. In het donker zie je die beesten haast niet.
Als de kust weer veilig is / lijkt, kunnen we gaan eten. Daarna is het echt tijd om te gaan slapen. Voor zover dat lukt. Het is hier behoorlijk warm ’s nachts, maar gelukkig kunnen we de tent aan meerdere kanten open gooien voor wat verfrissing. Na deze intensieve dag lukt slapen wel.
Geef een reactie