Anika is al helemaal ingesteld op deze tijdzone dus werden we pas na 7-en wakker. Anika lag in een eigen bed en wij werden wakker omdat onze donderstraal ondertussen zelf uit bed geklommen was en bij ons in bed kroop.
Het ontbijt was absoluut overdadig. Fruit is hier ruimschoots voorradig, dus papaya, een ons onbekende vrucht met paars vruchtvlees, ananas en banaan in overvloed. Een kan dik mango sap dat op zichzelf al in de dagelijkse fruitbehoefte voorziet. Met de 2 stuks fruit komt het dus wel goed. Anika propte zonder problemen anderhalve banaan weg en ging vervolgens weer lekker op de schommelstoelen hard schommelen. Ray, de man van de eigenaresse van de casa, een ontzettend vriendelijke man, werd door Anika de hele tijd in de gaten gehouden en iedere keer als hij langs kwam ging haar vingertje beschuldigend omhoog en riep ze: “meneer.” Ray moest daar hard om lachen en had ergens zelfs nog een teddybeer waar Anika mee mocht spelen. Hoewel ze de meneer wel wantrouwde pakte ze de teddybeer toch maar aan (je moet keuzes maken in het leven) en ging daar lekker mee spelen.
Nog even de stad in geweest om water te kopen. Was even zoeken naar de winkel, maar eenmaal gevonden hadden ze zowaar ook appelsap (voor Anika een traktatie) en zonnebrand. Daar gaan we behoorlijk rap doorheen met iedere dag zoveel zon.
De eigenaren van de casa namen roerend afscheid en hielpen ons nog met inladen. Anika had vooral moeite met het afscheid nemen van de schommelstoelen.
De auto was, ondanks dat het ‘s avonds niet de meest fijne buurt (pal in het centrum) zal zijn gelet op alle de hekken bij alle huizen, totaal ongedeerd. De 2 CUC die we voor het letten op de auto betaald hebben heeft effect gehad. Of de beste man de auto daadwerkelijk bewaakt heeft of dat hij gewoonweg niet zelf heeft ingebroken zullen we nooit weten, maar interesseert me ook niet echt.
De rit de stad uit verliep vrij voorspoedig en binnen de kortste keren zaten we op de weg naar de kust. Daar de juiste afslag genomen voor de weg naar het westen. De informatie die we over deze weg hadden gekregen was wisselend. Alle gidsen omschreven de route als de mooiste weg van Cuba, maar daar waar de enigzins verouderde ANWB-gids met geen woord repte over de kwaliteit van de weg gaf de Lonely Planet weer aan dat je hier echt een 4wd voor nodig had omdat orkaan Sandy een groot deel van de weg verwoest had. Maar ja, ook de Lonely Planet was van 2013, dus wellicht dat dit inmiddels wel weer hersteld was, ook al gaat het om Cuba. Volgens de bewoners van de casa in santiago de Cuba was de weg ook te doen voor normale auto’s mits ‘despacio’, rustig aan dus.
Verleid door de belofte dat dit de meest scenic route van Cuba zou zijn de weg toch maar afgereden. De uitzichten waren geweldig. Bijna continu aan de kant van de weg mooi uitzicht op helderblauwe zee met afwisselend palmbomen en andere bomen of droog struikgewas. Dan weer stranden, dan weer lage kliffen, maar altijd het mooie blauw en de branding.
De weg was het eerste stuk ook uitstekend van kwaliteit, eigenlijk beter dan de grootste snelwegen die we tot nu toe bereden hadden. Maar dat veranderde al bij Chivirico in een behoorlijke uitdaging. Onderweg geregeld suicidale geitjes, ezels, honden en gieren die op de een of andere manier perse voor je auto willen rennen als je voorbij komt en dan verstijfd stil gaan staan. Ik denk dat het komt doordat onze auto redelijk nieuw is / was en daardoor vergeleken met de reguliere Cubaanse auto’s minder lawaai maakt en ze de auto daarom pas te laat opmerken.
Ook grappig om te zien hoe grote krabben telkens de weg over steken (waarom is mij niet duidelijk). Hilarisch moment dat ik netjes stop om de krab over te laten steken, maar ik hem vervolgens niet meer onder mijn auto vandaan zie komen. Was hij onder de auto gaan zitten alsof het een grote rots was. Schattig ook hoe andere krabben als je langs rijdt nog even hun schaar de lucht in gooien om je te inponeren.
Na La Mula zou de weg slechter worden. We konden ons daar op dat moment weinig bij voorstellen, want we hadden al diverse aparte ervaringen. En dan heb ik het niet over een aaneenschakeling van diepe kuilen in de weg waardoor je het idee had alsof je over een plankenparcour moest rijden om daar heelhuids overheen te komen. Nee, zelfs bruggen waren niet betrouwbaar.
Daar waar je met een hoop gruis voor wegwerkzaamheden die kennelijk ooit plaats zouden moeten vinden gedwongen wordt een bepaalde baan op te rijden wordt je vrolijk, zonder enige vorm van waarschuwing, een meter of 10-20 verder op de brug verrast door een compleet weggezakt deel van de brug waar het brugdeel letterlijk in een hoek van 60-70 graden naar beneden verder gaat. Gelukkig zagen we dit tijdig, maar je moet er niet aan denken dat je hier ‘s avonds zou moeten rijden, dan zie je dat niet.
Vanaf dat moment keken we wantrouwend naar alle bruggen en dat was maar goed ook, want in minder heftige vorm kwamen we het fenomeen nog een keer of 3 tegen. Ook moesten we onderweg gokken wat de goede weghelft zou zijn als er een duidelijke splitsing was tussen een slecht stuk weg en een nog slechter stuk weg, gescheiden door een totaal onbegaanbaar stuk (hoge grondwal of gewoon een gat).
Na circa 1,5 uur van dit soort weg te hebben bereden werden we pas echt op de proef gesteld. De weg leek ogenschijnlijk op te houden en ging over in een pad van grote keien dat om een rots heen langs de zee krulde. Het begin zag er redelijk vlak uit, maar deze weg wordt duidelijk vaker bereden door auto’s met een hogere wielbasis. Dat zag je ook aan het karrespoor dat inmiddels er in gereden was. Na de bocht om de klif zagen we dat de weg die echt niet veel meer dan een auto breed was met aan de ene kant een rotswand recht omhoog en aan de andere kant het water, in het midden toch wat grote keien had liggen die ons hoger leken dan onze wielbasis hoog was. Maar ja, veel keuze heb je dan niet. Want achteruit de bocht om over een dergelijke weg is niet verstandig (als je dan uberhaupt nog weg komt), dus maar vooruit en op hoop van zege.
En waarempel, met wat stuurmanskunsten, zoveel mogelijk rijdend op de rand van een van de karresporen om zo een hogere wielbasis te creeren, kwamen we er – hier en daar met een nare bonk tegen de bodemplaat van de auto (we moeten maar zien wat het verhuurbedrijf hier van gaat zeggen, gelukkig zijn we all risk verzekerd), toch doorheen.
Na dit festijn kwam ook nog een stuk vol wegwerkzaamheden waarbij we echt offroad door droge grond met stukken steen er in moesten rijden (gelukkig geen zand, want dan waren we zeker vast komen te zitten). De ervaring was wel als rijden met een 4wd door zand, want de wielen gleden alle kanten op en feitelijk was er maar een mogelijkheid, gas blijven geven, niet te veel, en het spoor van je voorganger, een grote vrachtwagen van wegwerkzaamheden, volgen.
Na al deze ellende waren we er wel eindelijk uit en volgde de voor Cuba gebruikelijk slechte weg van asfalt, afgewisseld met gravel en hier een daar een verrassingskuil of een familie van kuilen, netjes gegroepeerd om je scherp te houden. In het slaap vallen achter het stuur is er in Cuba in ieder geval niet bij. Met de kennis van deze wegen heb ik nog meer respect voor de monteurs van al die oude auto’s die hier rondrijden.
Anika had een deel van de rit geslapen maar vlak voor het meest heftige stuk werd zij wel wakker. Gelukkig zag Anika overal de lol van in, want ze werd wakker met een big smile en gierde het achterin uit van het lachen bij iedere kuil of bobbel. BEEEEEEEH! schreeuwde ze dan met tong uit de mond en: “BOEM doen!”. Wij natuurlijk hard mee doen, al kon mama dat BOEM doen niet echt waarderen.
Onderweg komen we tot onze verbazing ook nog de bus naar Lelystad tegen (geen grap). Kennelijk goed hergebruik van onze oude bussen die dus helemaal nog niet op waren, want ze doen hier goed dienst. En volgens de achterzijde van de bus kan je voor meer info ook hier 0900-9292 bellen.
Eenmaal aangekomen op de plaats van bestemming, Marea del Portillo, blijken we nagenoeg de enige gasten van het hotel te zijn. Later komt er nog een ander stelletje, maar dat is het wel. We krijgen een belachelijk ruime kamer met 3 2persoonsbedden toegewezen. Het hotel heeft een zwembad, ligt vlakbij de zee en is helemaal perfect voor wat we zoeken. Vooral fijn omdat hier verder bijna alleen maar van die vreselijke all-in resorts zijn.
We spelen lekker met Anika in de zee die voor het eerst levende krabben ziet en allerlei visjes. Wild scheppend in het water heeft ze de grootste lol en wij daarmee ook.
‘s avonds eten we wat in het hotel. Het eten is wel aardig, niet vergelijkbaar met dat in de casa’s, maar voor wat ik begrijp naar Cubaanse restaurants ver boven de maat.
‘s avonds nog even buiten gespeeld met Anika die lekker gaat swingen op de cubaanse muziek, afgewisseld door jaren 80 muziek die hier uit een draagbare box knalt (Ma Baker, Africa, etc.). Daarna de hotelkamer in, plannen maken voor morgen en lekker slapen.