De tweede dag Plitvice geldt er geen vaste begintijd en kan je het park dus in wanneer je wil. Daar maken we dankbaar gebruik van. Ons oorspronkelijke idee om heel vroeg te gaan strand omdat iedereen toch best wel moe is en meer slaap nodig heeft.
Uiteindelijk zijn we rond een uur of 10 in het park, dit keer bij ingang 2.
Het begint gelijk goed, want anders dan bij de parkeerplaats bij ingang 1, is de afstand tussen parkeerplaats 2 en ingang 2 dik een kilometer met een flink hoogteverschil.
Nu is die afstand niet direct een probleem, maar het grootste deel van de wandeling van de parkeerplaats naar de ingang is er geen schaduw en dat hakt er best in.
Eenmaal in het park aangekomen moeten we nog flink dalen om bij de boot over te steken naar het vertrekpunt van onze wandeling.
De upper lakes zijn wel anders dan de andere meren, althans de belevenis is anders. Hier wat minder vergezichten en meer kleine paadjes die kronkelen door kleinere meertjes met kleinere watervalletjes. Het is allemaal wat intiemer. Dat laatste overigens los van de enorme hoeveelheid toeristen. Dat laatste zal te maken hebben met ons begintijdstip. Af en toe is er zelfs een kleine file.
Onderweg zien we veel moois. Ik neem nog een kleine detour onderweg naar een uitkijkpuntje. Flink klimmen, maar de moeite waard.
Onderweg schieten geregeld hagedisjes voor me weg van het pad.
Na een tijdje hebben de meisjes er genoeg van. Het is ook erg warm en nadat we er een mooi stuk op hebben zitten hebben gaat Maaike met de meisjes de korte route terug naar het begin terwijl ik de lange route neem, slingerend door de meertjes en uiteindelijk uitkomend bij een treintje die me een stuk terug zal brengen. Uiteindelijk dus maar een paar kilometer meer lopen.
De tocht is mooi, maar het stuk dat we er op hadden zitten, het begin van de upper lakes, was wel indrukwekkender.
Ik pak nog een detour met een hele steile (!) klim naar een uitkijkpunt mee, waar er mooi uitzicht is over de verschillende meren.
Daarna terug naar het treintje. Bij het restaurant eten we nog wat (blijkt slimme keus, zie later) en dan gaan we op weg terug naar de camper. Weer dat hele stuk teruglopen in de hitte, dit keer heuvelop.
Eenmaal in de camper alles open zetten om de boel goed door te luchten en dan op naar Split.
De weg naar de snelweg is hetzelfde geslinger dat we kennen en dat schiet totaal niet op. Maar als we dan de tolweg eindelijk bereiken gaat het gelijk lekker snel.
Maar helaas, het noodlot treft ons en halverwege de route naar Split, net voorbij Zadar, krijgen we een klapband, waarschijnlijk door een stuk metaal dat op de weg heeft gelegen.
Gelukkig herken ik dat het een klapband is en weet ik de auto vrij snel op de vluchtstrook tot stilstand te brengen. Na een kleine speurtocht door de camper ook de hesjes en gevarendriehoek gevonden en geplaatst.
Gebeld met de verzekeraar (ik durf hier niet zelf een als gevolg van \de wind van de voorbij razende auto’s heen en weer schuddende camper een wiel te gaan vervangen) en nu wachten op hulp. Een overduidelijke vakantiekracht bij SOS international heeft het er maar moeilijk mee, dus fingers crossed dat dit goed gaat komen.
Wonder boven wonder stopt er na 3 minuten al een soort hulpdienst. Een miscommunicatie volgt (vanwege mijn gebrek aan kroatisch), maar het blijkt achteraf te gaan om wegwerkers die mar een bord en wat pionnen plaatsen om het andere verkeer te waarschuwen voor mijn auto. Ben ik niet rauwig om.
Na een kleine 2 uur wachten sinds de klapband komen de hulptroepen eindelijk. Een aardige man die met een stuk betere krik dan het gevalletje dat ik hier heb liggen de band zo vervangen heeft.
We kunnen weer op weg. Het is wel al laat en er zijn hier niet veel overnachtingen te vinden. Dus rijden we verder. Eerst een pompstation bandenspanning van reserveband checken. Werkt niet goed blijkt later.
Volgende pompstation wel gelukkig. Daarna verder naar Split. Een best vermoeiende rit. Als we aankomen bij de camping blijkt deze nagenoeg vol. Er is nog 1 plek, maar niet zeker of wij daar passen. We proberen het. We rijden achter de beste man aan op een fiets. Halverwege rijden we dood en moeten we in supersmalle straatjes keren. Het lukt zowaar, zelfs met mijn knettermoeie kop.
Uiteindelijk vinden we een plek en zijn we blij dat we kunnen slapen. Zo langs de snelweg staan met een klapband is mentaal kennelijk toch best vermoeiend. Binnen no-time zijn we allemaal in slaap, ondanks dat het ’s nachts 28 graden bleef.
Wat een avontuur. Gelukkig is het goed afgelopen.
Maar wat een mooie foto’s!! Zo leuk om te terug te zien