Ons verblijf in Djupivogur was leuk. Mooie blokhut . Anika heeft wel een tijdje lopen vechten tegen de slaaptent (Deryan), maar is daar uiteindelijk toch in in slaap gevallen. Was handig, want we hadden nu geen kinderbed.
‘s ochtends laatste nieuws van de vulkaan bekeken. Blijft onrustig, maar alles zit nog diep onder de grond op een kilometer of 5-10. Maar 700 aardbevingen op een locatie per dag is wel te kwalificeren als verhoogde activiteit.
De weg 1 is nog open, dus we kunnen verder (gelukkig). Terwijl we onze koffers aan het inladen zijn in de auto komt Anika op d’r sokken ook al aan gesjokt alsof ze wil vertellen: “He, vergeet mij niet.” Erg schattig.
Voordat we over deze weg naar Myvatn rijden, maken we eerst nog een omweg om de waterval Hengifoss te bekijken. We kunnen daarbij kiezen voor twee routes, een route die de kust blijft volgen (en een daardooreen stuk langer is) en een route die halvewege alle schiereilanden via een pas over de bergen gaat. We besluiten de laatste route te gaanvolgen.
Eerst nog een stukje langs de kust en dat levert geregeld een bijzonder uitzicht op (zie de plaatjes hierboven).
De pas zelf is een gravelweg, maar relatief goed onderhouden (wel moet je opletten dat je de diepste kuilen ontwijkt) en op sommige stukken flink steil. Uitdagend ritje met een 2×4.
We zijn nog niet al te lang op weg of we zien onderweg een mooie waterval waar je ook naar toe kan lopen. Dat moet dan natuurlijk ook even gebeuren.
Er loopt een redelijk goed pad naar de waterval, dus is een makkelijk tochtje. Alleen het laatste stuk naar het begin van de waterval zelf is wat klauteren.
Pas vlakbij is te zien dat onder de waterval een diepe helblauwe poel heeft gevormd.
We vervolgen de route over de pas. Het schiet met een gangetje van 40-50 km/h niet echt op, maar het is wel een stuk korter dan langs de kust en we komen bovendien ook beter uit voor onze toch naar Hengifoss.
Zodra de pas uitkomt op de hoofdweg (hier ook nog gravel) schiet het weer lekker op. We rijden langs een meer naar het startpunt van de tocht naar Hengifoss die aan de andere kant van het meer ligt.
Het pad is flink klimmen (zoals gebruikelijk), maar wel goed aangelegd en dit keer niet allemaal gladde steentjes. Het loopt dus prima.
Omdat we snel klimmen is het uitzicht ook gelijk mooi.
Na ongeveer een half uurtje komen we al een grote waterval (Litlanesfoss) tegen (in de verte zie je Hengifoss al).
Onderweg zien we nog twee schapen die alsof ze het er om doen aan het poseren zijn op de rand van de klif aan de andere kant van het ravijn.
Gestaag klimmen we verder. We hebben veel bekijks met Anika op m’n rug die een ware attractie lijkt. Anika vermaakt zich prima en loopt lekker te kraaien en handen klappen etc.
Eenmaal aangekomen bij Hengifoss blijkt dat het bereiken van de voet van de waterval nog niet zo eenvoudig is. Eerst moet een riviertje over gestoken worden die flink hard stroomt. Dat betekent van steen tot steen springen met meer dan een meter er tussen. Dat doen we natuurlijk niet met Anika op de rug.
Terwijl Anika (onder toezicht van Maaike) lekker op de top gaat spelen met steentjes en paardenbloemenpluis waagt Karik toch een poging.
Via de overkant van de rivier kan een pad tot dichter naar de waterval gevolgd worden, maar om helemaal bij de voet te komen moet een pad langs een erg smalle afbrokkelende puinrichel gevolgd worden. Dat leek me niet verstandig, dus gaan we halverwege terug.
Wel levert deze actie nog een mooie foto op waaruit blijkt hoe hoog Hengifoss is (250m). We laten Anika nog even spelen op de top en lopen dan weer naar beneden.
We zijn redelijk snel beneden. Daarna rijden we vrijwel direct naar Myvatn.
Onderweg zien we nog de nodige watervallen, maar verder is het landschap hier verlaten. Er wonen hier echt nauwelijks mensen. Bij Myvatn aangekomen checken we snel in, gaan lekker douchen en eten nog wat in het restaurant. Anika eet lekker met ons mee en lijkt nagenoeg alles te lusten.