Na een nacht heerlijk (uit)slapen (de oversteek via Sprengisandur is altijd vermoeiend), ontbijten we rustig wat. Even kalm aan na alle indrukken van de dag ervoor.

‘s ochtends werk ik de blog nog even bij en genieten we van het mooie weer en mooie uitzicht. Niet verkeerd, een overnachtingsplek met een niet onaardige waterval in de achtertuin.

We besluiten ‘s ochtends eerst de weg waaraan we zitten helemaal uit te rijden tot de zee. Onderweg nog een hek en diverse mooie watervallen. De kust aan het eind is ruig en er is verder niemand. Veel vogels en genoeg drijfhout om een flink kampvuur mee te maken.

We struinen wat rond en rijden dan weer terug en door naar Myvatn.

Daar is het windstil en in het meer is een mooie reflectie van de bergen.

We stoppen bij Krafla, een geothermisch gebied met een gemakkelijk toegankelijk kratermeer.

We besluiten de wandeling door het gebied over te slaan, dat is toch al snel 5 km.

In plaats daarvan gaan we naar het dichtbij gelegen geothermische gebied Hvereri.

Vlak langs de opspattende modder en door de zwaveldampen heen lopen we een rond door dit gebied, Best indrukwekkend.

Er wordt volop genoten en pa raakt flink achterop door alle foto’s en filmpjes die genomen moeten worden.

Na Hvereri lunchen we met wat broodjes. Als ik een bekertje appelsap ingeschonken krijg neem ik een flinke slok. Misschien had ik door de kleur beter moeten weten, maar het blijkt een soort siroop of geconcentreerde appelsap te zijn die je eerst moet verdunnen. Qua smaak geen succes, maar levert wel veel hilariteit op.

Volgende stop is Dettifoss. Als we op de weg naar het oosten rijden zien we in de verte een witte berg opdoemen: Askja. De laatste keer dat deze vulkaan was uitgebartsen in de jaren ’60 wilden veel IJslanders emigreren. Een erg imposante vulkaan die je normaliter niet kan zien liggen. Maar vandaag is het niet alleen erg warm, het is ook erg helder weer, zodat we goed zicht hebben op deze oude reus.

We rijden verder over de gravelweg waar we menige ‘gewone’ auto zien worstelen met het slechte wegdek. Onze aanstormende stofwolk is voor velen van hen afdoende reden om aan de kant te gaan staan en ons langs te laten. Als we voorbij razen is het letterlijk een gevalletje van “Eat my dust”. Gelukkig rijden wij redelijk comfortabel en zijn we vrij vlot bij Dettifoss.

Daar dalen we af langs een vrij ruw pad. Met behulp van een stok en wandelstok lukt het pa goed om beneden te komen. Daar moeten we er wel een beetje op letten dat hij zich niet over de rand stort, want natuurlijk moeten foto’s zoveel mogelijk vanaf een randje gemaakt worden, want dan zijn ze veel mooier.

We lopen wat rond bij Dettifoss en bewonderen het geweld van de enorme watermassa die hier verplaatst wordt.

Samen met broer loop ik nog naar Selfoss terwijl pa en ma nog even van het uitzicht genieten en dan op hun gemakje terug lopen naar de auto.

De tocht naar Selfoss gaat nog steeds over een vreemd slingerend en voor ons gevoel niet logisch tussen grote stenen uitgestippeld pad. Na een poosje zijn we door de stenenmassa heen en volgt een normaal pad. Dan schiet het lekker op.

Selfoss blijft ook indrukwekkend, een reeks watervallen die over afstand van meer dan honderd meter breed naar beneden vallen.

De wind staat gunstig en we kunnen nu dichtbij komen zonder zeiknat te worden.

Een klein stukje verder op de weg is nog een andere waterval, Hafragfilsfoss. De weg er naartoe lijkt prima te doen, maar na een korte steile klim volgt een afdaling met veel diepe kuilen waardoor de auto, zelfs als we heel langzaam rijden, erg heen en weer schudt.

De waterval zelf is mooi en het is ook bijzonder om te zien hoe – waarschijnlijk door de stroming – een deel mooi helblauw gekleurd water is / blijft en de rest troebel van al het gruis is.

De rest van de weg terug gaat lekker snel. We rijden terug over de gravelweg naar het noorden en rijden zo bovenlangs de kust naar Husavik.

We stoppen eerst bij onze overnachting die mooi gelegen is aan het meer dat weer grenst aan de arctische oceaan.

Als we de spullen uitgeladen hebben rijden we naar Husavik om daar lekker wat te eten.

Het haventje ligt er gezellig bij en het eten is goed.

Na afloop lopen we nog even langs de haven en gaan terug naar het huisje. Daar doen we nog fanatiek een potje klaverjassen. Rond middernacht is het nog steeds licht buiten. Bizar.

De lucht is wel rood gekleurd. Een soort eindeloze zonsondergang. Ik loop nog een rondje om het meertje en maak wat mooie foto’s.

Onderweg wordt ik nog belaagd door vogels. Mogelijk is er een nest dichtbij.

‘s avonds sorteer ik alvast wat foto’s voor de blog. Omdat het zo licht is heb ik het gevoel dat het nog geen tijd is om te slapen, Uiteindelijk besluit ik dat toch maar te doen, want morgen om 8:30 uur is er wel weer ontbijt.