’s ochtends komen we wat traag op gang. Einde van de ochtend gaan we op pad. Eerst naar de grote kapokboom. Daar zouden we naar toe kunnen lopen (2+ uur heen), maar het is hier vandaag echt bloedje heet en toen we er achter kwamen dat we ook vlakbij kunnen komen met de auto, was de keuze snel gemaakt.
We rijden naar de afslag en daar wordt de weg bijzonder interessant. Niet alleen is hij matig verhard, hij is vooral ook erg steil en smal.Op een gegeven moment denken wij dat de weg ophoudt en overwegen we op een onmogelijke plek te keren. Maar een klein stukje doorlopend vertrouwen we erop dat de weg niet eindigt en we wel verder kunnen en dat blijkt gelukkig ook het geval.
We stappen uit en lopen eerst – voor de kapokboom – de verkeerde kant op, maar dat is juist wel leuk. Want we zien nu alle boerderijen waar mango’s, papaya’s en kool in overvloed groeien. Dan zien we op Maps.me dat dit niet de goede kant op is en draaien we om. Bijzonder om te zien hoe simpel leven ook kan zijn. Klein huisje, net een dak boven je hoofd, en groente en fruit in overvloed.
Bij de kapokboom aangekomen is hij indrukwekkend groot.
We klimmen naar boven, kruipen tussen de wortels en natuurlijk moet ook de drone nog worden uitgelaten.
De meisjes vinden het erg spannend tussen de grote wortels.
Bij het filmen met de drone presteer ik het nog om deze zachtjes (gelukkig geen schade) te crashen in een hoge struik.
Na de kapokboom rijden we de smalle uitdagende weg weer omhoog naar de African market. Een ervaring op zich. Alles verkopen ze hier, van TV’s uit het jaar nul, kleding tot heel veel groenten en fruit en alles wat er tussen zit. Je haren laten kappen: kan. We zijn rond lunchtijd dus lopen er overal mensen met borden met een complete maaltijd rond. Ziet er op zich goed uit, maar de meiden gaan dit echt niet eten.
We kopen wat kleine dingetjes op de markt (kralen voor in je haar) en gaan dan nog wat eten in pingu pingu. Onderweg stuiten we nog op 2 trouwerijen (dat is hier een serieuze bedreiging voor de doorstroming van het verkeer) en zien hier het nut van een best man, want die fungeert hier als verkeersagent / dirigent van de bezoekers.
Na de Afrikaanse markt chillen we nog even bij de overnachtingsplek, maar krijgen nog wat kriebels om te zwemmen en besluiten naar de westkust te rijden. Alles is hier 15-30 minuten vandaan, dus dat is prima te doen. Zeker nu we horen dat eten pas om 19:30 is.
De weg naar de kust slingert hier, net als alle wegen, behoorlijk, maar we komen uiteindelijk aan op een klein pleintje aan het einde van de weg, gemaakt om makkelijk te kunnen keren. Daar parkeren we onze auto langs de weg, want het pleintje is door locals in beslag genomen.
Het is nog een aardig stukje langs rotsen en door een overstroomgebied heen banen voor we uiteindelijk bij de vissersboten en daarna het strand bij het authentieke vissersdorpe Porto Rincao zijn. Het zwarte keienstrand met vrij woeste branding maakt zwemmen niet makkelijk, maar de hoge temperatuur maakt dat we de bezwaren opzij zetten en ik met Anika de branding trotseer. De zee is te wild voor Madouc die wel heerlijk met keien aan het bouwen slaat.
Na een poosje in de branding heen en weer gegooid te zijn met verder alleen maar locals (het stroomt hier flink), gaan we de zee uit en kleden we ons kunstig om achter een vissersboot.
We laten de drone nog uit die geen onverdienstelijke beelden van de klifkust weet te maken. Daarna gaan we terug naar het huisje waar we net op tijd voor het eten terug zijn.
De maaltijd is heerlijk. Gebakken tonijn, die ochtend gevangen. Het toetje, een lokaal soort ijs van gebrande mais, is ook erg lekker.
Na deze intensieve dag zijn we allemaal best moe en het duurt dan ook niet lang voordat we met z’n allen op een oor liggen.
Heel mooi verslag wat een omgeving