’s ochtends eerst ontbijten. Sommige meisjes beginnen al een beetje te puberen.

Vandaag ga ik wat hiken in Sera Malegetha terwijl de meisjes lekker een dagje aan het strand gaan spelen. Zo doet ieder wat hij / zij het liefst wil.

De weg er naar toe is mooi, dus dat ziet er goed uit.

Eenmaal aan de hike begonnen trekken de wolken samen en blijkt dat ik net boven / in de wolkengrens loop, waardoor ik bij de uitkijkpunten alleen maar of bijna alleen maar wolken zie. Dat is jammer.

Ik loop toch door tot het einde van de route, langs een camping naar een zendmast. Daar heb ik wel uitzicht. De lucht lijkt open te trekken en op de terugweg heb ik alsnog het mooie uitzicht dat ik op de heenweg gemist had.

Na de hike weer terug naar de auto en daarmee terug naar het hotel. Daar zijn de meisjes aan het afkoelen van de tijd op het strand en spelen in de zon.

We blijven wat in de kamer hangen en besluiten dan einde van de dag naar een strand verderop te gaan, waar zacht zwart vulkanisch zand zou zijn. De weg er naartoe is wat ruw en we moeten de auto parkeren ergens langs de weg, naast wat opgeslagen bakstenen en voor een paar varkens die langs de kant van de weg liggen te slapen.

Onderweg zien we in de verte duidelijk de vulkaankegel van Fogo liggen.

We nemen vervolgens het pad naar het strand, een paar honderd meter lopen. Hier nog veel meer gedierte (kippen e.d.).

Bij het strand zelf, waarbij de bomen en ander gewas tot aan het strand komen, zijn vooral veel locals lekker aan het zwemmen.

Het zand is superfijn en superzacht. Als het nat is voelt het als koekdeeg.

De meiden vinden het heerlijk om zich helemaal vies te maken. (Later blijkt dit zand te plakken als een dolle en een week later is het nog steeds niet uit de zwemspullen gespoeld).

Doordat het zand zwart is lijkt het net of je de bodem niet kan zien en het eindeloos diep is, maar als je goed kijkt zie je allemaal miniscule witte stipjes met resten van schelpen er in. Ook onze voeten steken heel duidelijk af tegen de zwarte achtergrond. Het water is kraakhelder.

De stroming is behoorlijk sterk, maar met papa’s hand vast durft ook Madouc deze zee te trotseren. Met de meiden spelen we heerlijk in de zee.

De ondergaande zon, met op de achtergrond Fogo in beeld, maakt het plaatje compleet.

Het wordt langzaam vloed en op het strand zijn allemaal krabbetjes die uit hun holletje kruipen, goed om zich heen loeren en als de kust veilig is een sprintje naar zee trekken. Erg grappig om te zien.

’s avonds eten we nog wat in een lokale pizzeria in het dorp. Na de wandeling en het zwemmen hebben we allemaal best wel trek.

Daarna is het tijd om terug te gaan naar het hotel en onder de wol te kruipen. Morgen moeten we bijtijds op, want we moeten de tassen weer inpakken voor het vliegtuig en vervolgens helemaal van het noorden van het eiland Santiao (Tarrafal) naar het zuiden rijden (Praia), waar het enige vliegveld is. Een rit door het binnenland, qua afstand niet heel ver, maar het kost wel 1,5 vanwege alle passen, dus dat kost de nodige tijd.