Sao Vincente is voor ons in zekere zin een soort verplichte tussenstop om naar Santo Antao te kunnen. Behalve Mindelo en de zeeschildpadden in het zuidwesten is er niet heel veel te doen op het eiland (althans, dat is onze indruk).

Omdat het best hard waait en dat meer golven kan betekenen, besluiten we het zwemmen met zeeschildpadden uit te stellen tot we na onze trip op Santo Antao weer terug zijn op het eiland. In plaats daarvan doen we een eiland tour. Maar we hebben geen zin dat georganiseerd te doen met een chauffeur die je overal naar toe brengt, dus huren we een auto voor een dag, zodat we dit zelf kunnen doen. Het duurt even voor de auto voor de deur wordt afgeleverd (!), waar we ‘m vanavond ook weer kunnen inleveren. Dat is erg handig.

De auto is een afgetrapte versie van de auto die we op Santiago gehuurd hadden, maar hij doet het prima en daar gaat het om.

We rijden eerst naar de top van Monte Verde. Daar rijden we tegen een soort militaire oefenplaats aan (kennelijk mogen we hier niet verder), dus keren we op een erg smal stukje en rijden een stukje terug naar een uitkijkpunt. Er is redelijk wat bewolking, maar we kunnen er net onderdoor kijken. Genoeg voor een beeld.

Onderweg stoppen we nog bij de plek waar een theehuis is, waar de eigenaar van de dauw van de wolken in de ochtend water verzameld en daar thee die hij hier kweekt van zet. Kennelijk was dit allemaal teveel werk, want behalve het gebouwtje en de velden waar de thee verbouwd werd / wordt, is er niemand.

We rijden terug naar beneden en moeten eerst tanken want de auto is met de minimale benzine afgeleverd. Op zich niet heel onlogisch, de benzine is hier voor lokale maatstaven knetterduur (vergelijkbaar met de prijzen in Nederland) en is de afgelopen maanden in prijs verdrievoudigd.

Nadat we een pompstation (terug in Mindelo) hebben gevonden, gaan we op weg naar een mooie baai waar je wel zou kunnen zwemmen in het noordoosten. Daar is het water erg lang ondiep en zou Madouc ook prima kunnen zwemmen, wat met de ruige golven / branding hier op veel plaatsen niet kan.

We vinden de baai, parkeren vlakbij en gaan het water in. Dat het niet diep is, is niet overdreven. We moeten eindeloos pootje baden door ondiep water voordat we een stukje vinden waar we wel kunnen zwemmen (en nog steeds kunnen staan). Het water is helder en lekker verfrissend.

Op de terugweg schaaft Anika haar teen nog lelijk open. Dat is jammer, maar als een echte grote meid doet ze er niet te moeilijk over. Het doet wel even zeer als ze uit het zoute water komt. Wel even in de gaten houden, want er is een behoorlijk stukje vel af.

We rijden verder langs de oostkust naar het zuiden. Daar heb je duinen van zand dat is komen overwaaien van de Sahara. Maf om te zien. Je hebt hier daardoor ook een natuurlijk zandstrand dat zo ontstaan is van overgewaaid zand, terwijl het hier verder een rotskust is.

We rijden nog een stukje zuidelijker en nemen dan de binnenland route terug, langs boerderijtjes en met mooi uitzicht op Monte Verde.

Eenmaal in Mindelo gaan we nog even terug naar de speeltuin waar we eerder waren, zodat de meisjes daar lekker kunnen uitrazen voordat we vlakbij gaan eten in een restaurantje. Anika heeft in no-time alweer iemand gevonden om mee te spelen.

Daarna gaan we niet al te laat terug naar onze overnachting, de spullen herpakken, zodat we met 1 grote koffer kunnen volstaan. Dat scheelt een hoop gesleep op Santo Antao naar de boot e.d.

Met de lokale host regelen we dat er voor morgenochtend een soort ontbijt gereed is dat we ook deels mee kunnen nemen. Wederom is het enorm warm in de kamer en gaan we zo goed en zo kwaad als dat gaat in deze hitte snel slapen.