Busje rijden – 30 januari 2018
’s ochtends vroeg uit de veren om de bus te halen. We ontbijten wat en worden verrast met de sandwiches die voor ons gemaakt worden. Er is sap, koffie en fruit. Goed brood, wat willen we nog meer?
Tot ons groot genoegen biedt de man van de eigenaresse aan ons met de koffers te brengen naar de bus. Hij is zelf grootvader en hij is gesmolten voor de kleine blonde meisjes. Hij heeft een grote bus, dus alles past er makkelijk in. Geeft ons ook wat meer tijd om te ontbijten super.
Als we bij de bus aankomen mogen we vrijwel gelijk de koffers inladen en instappen. We hebben aangewezen stoelen achter elkaar en het eerste stuk gaat prima. Madouc is lekker busje aan het rijden en zegt telkens als ik zeg busje rijden stout: “auto rijden” en trekt er vervolgens een hele ondeugende kop bij.
De kinderen houden zich de hele rit van 12 (!) uur heel goed. Het eerste stuk was het landschap ook interessant om naar te kijken, later, in het noorden van Vuurland, een stuk minder.
Madouc kijkt evenwel haar ogen uit.
Tussendoor moeten we er nog een keer uit om Argentinie te verlaten en vervolgens de grens weer over om Chili in te gaan. Dat gaat hier wel anders dan in Europa. Een grens is echt een grens. Zelfs onze koffers moeten door de scanner om te zien of we geen verboden spullen mee hebben (fruit, melkproducten of teveel elektronica). Een hond gaat zelfs het ruim door om verboden waar op te sporen.
Zonder problemen kunnen we verdere. Omdat we kids hebben mogen we lekker alle rijen passeren en worden we meteen geholpen.
Daarna rijden we verder. De weg in Chili is een stuk slechter dan in Argentinie en het hobbelt meer. Maar al met al is het een comfortabele bus en hebben we nergens last van.
Daarna moeten we met een veer water oversteken. Iedereen de bus uit om op het dek van de boot te gaan staan. Maar als we uitgestapt zijn worden we vanwege de kleintjes de bus weer in gestuurd. Kennelijk waait het te hard aan boord of is het onveilig. Dus zitten wij op de boot in de bus de tijd een beetje uit te zitten, samen met de chauffeur.
Het landschap in het noorden is niet heel interessant en eigenlijk compleet leeg, op wat industrie na. Blij dat we niet de moeite hebben genomen om met de auto deze kant op te rijden.
De bus schiet aardig op en rond 19:00 uur komen we aan in Punta Arenas. Daarvandaan moeten we wel met al onze bagage naar de overnachting zeulen.
Omdat de overnachting die we gepland hadden geannuleerd was wegens problemen met de verwarmingsketel (dit bericht kwam binnen 5 minuten voor we gingen opstijgen vanaf Schiphol) hebben we in Buenos Aires vrij abrupt iets anders moeten regelen en dit is -helaas – een overnachting een stuk minder dichtbij het busstation.
Met wat moeite bereiken we de overnachting (lang leve de wieltjes onder de duffels!). Daar worden we hartelijk ontvangen en naar onze (wat kleine) kamer geleid.
Na het uitpakken gaan we nog wat eten in de stad. De host wijst ons nog op een leuke speeltuin in de buurt waar we eerst naartoe gaan. Dat kunnen de meisjes na 12 uur in de bus wel gebruiken.
Terwijl Anika alle toestellen gaat proberen in de grote speeltuin komt Madouc na het trappetje niet veel verder dan op alle rupsen zitten die ze ziet: dolgelukkig.
Al die dingen waar je mee kan spelen, het is Madouc echt even teveel en beperkt ze zich tot de rupsen (waren er genoeg!)
Wel weten we haar nog kort tot de draaimolen te leiden. Maar daarna moet er toch echt weer ernstig op rupsen gezeten worden.
Na de speeltuin lopen we nog langs de kust op weg naar ons restaurant.
Een simpele maar voedzame maaltijd (niet duur hier) verder gaan we op weg terug en daarna lekker slapen. Het was met zo’n lange busreis een lange dag.
Auto ophalen en boodschappen – 31 januari 2018
Het is niet iedere dag dat je je verjaardag aan de andere kant van de wereld viert (maar ook niet de eerste keer). Veel felicitaties ontvangen (voor zover ik wifi had, want heb hier (nu Chili) nog geen werkende sim). Daarna de auto ophalen. De eigenaar van onze B&B is aardig genoeg om ons een lift te geven naar de verhuurder. Daar halen we de auto op (alles lijkt ok), een 4WD-bakbeest dat hoog op de weg ligt met een tent op het dak.
Terwijl wij uitleg krijgen over de auto, spelen de meisjes lekker op het terrein. Wat zijn het toch een supermeiden, zo weinig nodig om zich te vermaken.
Als we even later bij een grote supermarkt in een mall willen parkeren om spullen in te slaan komen we er gelijk achter dat we wat vergeten zijn te vragen. maximale inrij hoogte is 2.20m. Maar hoe hoog zijn wij eigenlijk, met tent op het dak. De auto komt zelf ongeveer tot mijn hoofd en de tent steekt er een stuk bovenuit, maar wij schatten dat we niet boven de 2.10m uit zullen komen. Met 10 cm geschat hoogteverschil gokken we het. Onze inschatting blijkt goed, want we hebben inderdaad ongeveer 10 cm ruimte.
In de supermarkt zijn we ongeveer 2 uur kwijt met het bij elkaar zoeken van alle zaken die we mee willen nemen (en achterlaten als we de auto inleveren). Van wat diepe bordjes tot een opbergkrat voor de boodschappen, het is een hele berg.
Na afloop eten we nog een ijsje. Ik koop een lokale sim die niet lekker blijkt te werken en ik (en later ook de mensen in de telefoonzaak) niet verder aan de praat krijgen. Dus doen we het maar op de wifi.
Terug aangekomen bij onze B&B begint het te miezeren en besluiten we de trip van de dag erna maar wat voor te bereiden. Met wat kunst en vliegwerk (en hulp van de eigenaar van de B&B) weten we ook nog een trip naar Magdalena Island te boeken, een eiland met meer dan 100.000 pinguïns.
We gaan ook nog naar een wat chiquere eetgelegenheid om mijn verjaardag te vieren. Als we terug zijn in de B&B belanden we in een gezellig samenzijn van de eigenaar met wat gasten en een vaag blauw drankje. Wij nemen ook een glas. Als we terug zijn op de kamer is het al vrij laat. Wordt een kort nachtje, want we hebben nog wat zaken te regelen en kunnen dus niet vroeg gaan slapen, terwijl de trip wel om 6:30 uur vertrekt.
Magdalena Island & the end of the road – 1 februari 2018
Wat een dag! Zoveel gebeurd in een dag dat het bijna niet te geloven is.
Allereerst, gaar, ’s ochtends belachelijk vroeg opgestaan om op tijd bij de ticket office te zijn om onze reservering te bevestigen. De kinderen zijn niet op hun best ’s ochtends. Kennelijk kan Madouc het meer waarderen dat zij ons ’s ochtends wakker maakt dan andersom.
’s ochtends is het zo vroeg dat we het ochtendrood nog zien.
Met enige moeite krijgen we ze mee en later dan we hadden gewild (bijna te laat) zijn we bij de ticket office. Daar gaan de mensen alvast in de bus stappen voor de trip terwijl wij de details nog moeten regelen. Dat lukt en dan stappen wij ook in de bus die zo vol is dat zowel Anika als Madouc op schoot mee moeten.
Wat een verschil tussen toeristen en locals. Wij zijn inmiddels al bijna gewend dat iedereen opstaat en een plaats of hulp aanbiedt. Niets daarvan. Iedereen is in zijn eigen wereld. Pas als de buschauffeur aangeeft dat we niet met een kind voorin op een stoel mogen zitten en er dus iemand moet wisselen gebeurd er nog niets totdat de chauffeur iemand aanwijst om te wisselen. Enfin, verschil moet er wezen.
De busrit naar de haven is een stuk verder dan we dachten. Dit bedrijf heeft een ander startpunt, een stuk noordelijker dan de reguliere haven, waardoor het minder lang varen naar het eiland is. Dat is fijn, want het is een klein bootje en dan gaat het al gauw flink schommelen.
Allemaal life jacket aan, ook Anika en Madouc en dan de boot in.
Een half uur later zijn we bij Magdalena Island, een reservaat voor pinguins (meer dan 100.000) waar je ook aan land mag gaan.
We lopen de cirkelroute op het eiland rond en maken veel foto’s.
Wat ontzettend grappig zijn die beesten toch. Ze lopen raar en onhandig.
Proberen met raar gekeel de macho voor de vrouwtjes uit te hangen. Hebben een apart dansje waarmee ze elkaar het hof maken, waarbij ze om elkaar heen lopen, de snavels tegen elkaar aan kletteren, waarna het mannetje als macho met de borst vooruit naar een hol loopt en het vrouwtje erachteraan. We zien het allemaal.
Aan het einde van het rondje zien we een grote groep pinguins in het water. Ook hilarisch om te zien.
Geregeld, waarschijnlijk omdat er een roofdier in de buurt was of ze dat dachten, schieten alle pinguins ineens tegelijk met zijn allen uit het water, elkaar bijna vertrappend op de weg naar de kant.
Het is wel fris zo vroeg in de ochtend op een eiland zo zuidelijk. Ondanks het warme zonnetje waait het namelijk hard en zijn we blij dat we ook de dikke jas en muts meegenomen hebben.
Na het rondje op het eiland waar we belachelijk veel pinguins hebben gezien, varen we nog naar het nabij gelegen Marta Island. Onderweg krijgen we nog een warme chocolademelk en koekjes. Anika durft zelf in het spaans om nog een koekje te vragen en met haar blonde snoetje is ze op haar super schattigst en krijgt ze er twee. Trots loopt ze naar ons terug.
Op Marta Island is een gigantische aalscholverkolonie op de rots zit en zeeleeuwen onderaan op het strand liggen. De mannetjes de hele tijd tegen elkaar te schreeuwen om geen vrouwtjes te verliezen en de vrouwtjes gedwee bij het hardst schreeuwende mannetje.
Ook hier kijken we de ogen uit. We kunnen hier niet aan land, maar met de boot komen we best dichtbij.
Anika is wat misselijk van het heen en weer schudden van de boot en mag daarom de terugweg op het achterdek zitten blijven. Onder begeleiding uiteraard. Papa offert zich wel op en uiteindelijk vallen we met het zonnetje in het gezicht, windje door de haren, geraas van de motor, kort in slaap.
Eenmaal aangekomen rijden we met de bus weer terug. Bij de auto aangekomen halen we nog wat verse spullen en een bak om alles in te bewaren voor onze eerste geplande kampeeractie en eten een ijsje.
Daarna gaan we, voordat we alvast een stukje naar het noorden rijden, eerst nog helemaal naar het zuiden waar de lange weg door heel Chili (en mogelijk heel Zuid-Amerika, dat zou ik moeten uitzoeken) ophoudt en je verder alleen nog te voet verder kunt.
Het is een mooie tocht en het strand aan het einde van de rit mag er ook wezen. We zijn er met nog maar een paar mensen, bijna alleen maar locals. We lopen naar het verlaten strand, sprokkelen wat hout en gooien wat steentjes, terwijl we een kop koffie drinken die we gekocht hebben bij een klein karretje dat hier staat en de mensen zoals wij en de mensen die net een lange meerdaagse wandeltocht naar een nog zuidelijker punt hebben afgelegd van het nodige voorziet.
Het is hier heerlijk en bijzonder warm, meer dan 20 graden en niet al teveel wind.
We genieten van de omgeving, lopen wat op het strand en gaan dan weer terug naar de auto en rijden naar het noorden.
We gaan voorbij Punta Arenas, helemaal door tot Rio Verde en slaan daar een weg langs een baai in om daar ergens te wildkamperen. Uit betrouwbare bron hebben we vernomen dat dat hier geen probleem is en dat blijkt te kloppen. Onderweg komt bewolking opzetten en dat veroorzaakt bizarre luchten.
Ook is er de nodige wildlife op / onderweg. Van een verdwaalde apalca tot een heus stinkdier.
Maar als we de tent willen opzetten komen we er achter dat deze op punten stuk is. Naden zijn gescheurd en bepaalde bevestigingshaakjes die je wil gebruiken als het hard waait, ontbreken. We zetten de tent op met wat stokken waardoor deze meer wind vangt, maar daarvoor waait het eenvoudigweg te hard. Zelfs als we hem inklappen, de auto wat verplaatsen zodat de tent gunstiger staat voor de wind schud alles nog teveel en vertrouwen we het niet. De voorspelling is dat het vanavond nog harder gaat waaien hier (80 km/h) en dat gaan we niet gokken.
We maken de lastige keuze om niet te gaan kamperen hier en terug te gaan naar Punta Arenas om morgen de tent te laten repareren. We zijn nu nog niet al te ver weg (ca 1,5-2 uur rijden) en we moeten er nog 2 maanden mee. Op deze manier kunnen we niet kamperen al er wat meer wind is en dat gooit behoorlijk wat roet in het eten voor de verdere plannen als we het zo laten.
De tent inpakken met veel wind is nog wel een uitdaging. Anika is superlief in de auto Madouc aan het vermaken terwijl wij buiten met de tent aan het worstelen zijn. Uiteindelijk lukt het om de tent er goed in te krijgen en gaan we weer op pad. Het is nu echt donker, op het licht van een heldere volle maan na.
De terugweg is best enerverend. We rijden over een dirt road en het waait inmiddels zo hard dat het stof dat wij doen opwaaien geregeld voor de auto uitgeblazen wordt, waardoor we in een soort zelf gecreëerde zandstorm rijden. Best knap, want wij rijden tussen de 60 en 80 km/h.
Onderweg veel suïcidale konijntjes die we wonder boven wonder allemaal weten te ontwijken. De domme beestjes blijven vaak voor de auto uitlopen. Het meest extreme geval heeft dat meer dan een minuut lang volgehouden.
Onderweg terug naar Punta Arenas bellen we met de B&B waar we eerder hadden overnacht. Was niet geheel duidelijk of ze daar plek hadden, maar we konden over 30 minuten terugbellen. Ze hadden plek.
Als we aankomen blijkt dat we hun eigen kamer hebben gekregen en daar een extra bed voor de kids staat. Te gek. Ze nemen hier “My house is your house” wel erg serieus. We nemen dit aanbod dankbaar aan. Inmiddels is het rond middernacht en vallen we vrijwel acuut in slaap.
Naar Puerto Natales – 2 februari 2018
De een goede nacht rust de volgende ochtend hartelijk begroet door de eigenaar die zelf op een bedbank in de keuken geslapen heeft. Allemaal geen probleem, komt vaker voor, bijvoorbeeld als booking.com dubbele kamers heeft geboekt. Scheelt dat ze ons erg aardig vonden. En het is natuurlijk wat extra inkomsten voor hen, maar we krijgen voor de kamer echt een vriendenprijsje, dus daar heeft het niet aan gelegen. Deze mensen zijn er echt op uit om het hun gasten naar de zin te maken.
Nadat ik eerst de nummers van de eigenaar van de B&B en het verhuurbedrijf van de auto door elkaar gehaald had (en daarmee de verkeerde partij de foto’s van de schade gezonden had) uiteindelijk met enige vertraging ook het verhuurbedrijf op de hoogte gesteld. Daar staat men klaar om de tent te vervangen. 30 minuten werk. Natuurlijk moet het wel helemaal uitgepakt worden om te laten zien hoe of wat. Deze tent is compleet dus we kunnen nu met een gerust hart op pad.
Nu starten we onze tocht naar het noorden. Onderweg kopen we nog wat extra bakken tegen het stof en verse broodjes voor de dag en dan reizen we naar het noorden.
In Punta Arenas zelf zien we vanuit de auto langs de kust dolfijnen zwemmen.
Even verderop zien we ze jagen.
De weg naar Puerto Natales is voor grote delen recht, lang en vrij saai, al komt dat laatste mogelijk ook door het dikke pak wolken. Af en toe regent het. Een prima dag om in de auto te zitten.
In Puerto Natales twijfelen we nog tussen een AirBnB huis en een kamer in een B&B. Als de AirBnB die ons ook wel wat leek niet snel reageert gaan we maar kijken bij de B&B. Daar is het erg gezellig met een Chileens gezin in de lobby. We raken snel aan de praat, Anika speelt wat met het 5-jarige zoontje van de eigenaar en we besluiten hier voor 5 nachten een kamer te huren en dit als uitvalsbasis te gebruiken voor trips naar Torres del Paine NP. Daar willen we ook wel gaan kamperen, maar wanneer we wat precies willen daar weten we nog niet.
’s avonds eten we nog een heerlijke burger in een lokale goed aangeschreven kroeg die hun eigen bier brouwt. Dat smaakt prima na zo’n dag rijden. Morgen Torres del Paine in. We gaan lekker laat vertrekken, want ’s ochtends is er nog regen voorspeld. Een mooie gelegenheid om ’s avonds de blog nog eens bij te werken.
Geweldig, zoveel verschillende indrukken in zo korte tijd!
Karik, van harte proficiat nog met jouw verjaardag. Een mooie plek op de wereld om een nieuw levensjaar in te gaan, samen met jouw drie vrouwen!
Jolanda
prachtig verslag,…zo waren we er zelf bij!