Een dagje smalle passen – 24 maart 2018

De afgelopen 2 dagen hebben we iedere keer toch wel weer wat meer van de auto mee naar de kamer genomen dan je denkt en dat moet dus allemaal wel weer op de een of andere manier terug naar de auto. Gelukkig is naar de auto heuvel af.

We eten eerst een goed ontbijt en maken een aantal tripjes naar de auto. We twijfelen nog even of we naar een uitkijkpunt waar 2 rivieren bij elkaar komen zullen lopen, dat zou een redelijk vlak stuk moeten , maar dat kan je hier met een korrel zout nemen.

We besluiten het niet te doen. De zon is weer behoorlijk fel en we willen een beetje bijtijds in Tilcara zijn omdat het morgen zondag is en we nog wat boodschappen moeten doen.

Het is even puzzelen, maar dan hebben we de weg Iruya uit gevonden. We rijden dezelfde leuke pas terug. Wat hebben we dit keer veel tegenliggers, maar gelukkig komen we de bussen op bredere stukken tegen. Als al die auto’s ergens in Iruya willen parkeren wordt dat nog een hele uitdaging. Zal wel extra druk zijn vanwege het begin van Semana Santa, de heilige week voorafgaand aan Pasen. Dat wordt hier echt gevierd.

Onderweg weer mooie plaatjes van de pas (zie ook hierboven).

Voor we vanuit Tilcara vertrokken waren naar Iruya had de pompbediende niet echt zijn best gedaan en de tank in plaats van vol halfvol gegooid. Dat hadden wij pas bij de afslag naar Iruya door, met als gevolg dat we nu met een karig restantje in de tank de weg terug aan het rijden zijn. Volgens het systeem van de auto zouden we 30 kilometer speling hebben, maar met al de passen op en af is dat niet heel betrouwbaar. Het laatste stukje geeft het systeem maar geen schatting meer.

klein kerkje met kerkhof bij dorpje van een paar huizen

We redden het tot de pomp, gooien de auto dit keer wel helemaal vol en wurmen dan onze weg door de nauwe straatjes van Tilcara naar onze overnachting. Dat is nog best een opgave want overal staan auto’s geparkeerd en de straat is niet meer dan 2 auto’s breed. Met veel mensen op de stoep heeft het veel weg van navigeren door een mierenhoop.

Anika maakt een tekening: de bergen zijn blauw en groen is de weg die wij gereden hebben

Bij de overnachting, La Puesta Hostel,  is zowaar een parkeerplaats. Dat is maar goed ook, want het is hier ook nauw en steil. De overnachting is een soort hippiehostel, erg gezellig met veel vage lui. We komen zowaar nog een Nederlands stel tegen dat we kennelijk – zij hadden ons onthouden, wij hen niet – al eerder tegengekomen waren in Futaleufu. Maar toen hadden we ook andere dingen aan ons hoofd, zoals de achterbak gerepareerd krijgen. Zij hebben wel erg veel tijd om de reizen, ze hebben in totaal iets van 8 maanden en nog een maand of wat te gaan om helemaal naar Colombia te gaan. Grappig om te horen wat je allemaal ziet (en wat je niet ziet) als je met de bus moet reizen. Een hoop mooie dingen mis je dan wel, eenvoudigweg omdat het teveel gedoe is om er te komen.

We relaxen wat bij het hostel en babbelen wat met de andere gasten. Anika speelt lekker in de hangmatten.

Eind van de middag besluiten we nog naar Gargante del Diablo (ja, nog een) te gaan. Eerst het dorpje in waar we op een pleintje wat souvenirs en spullen voor pasta kopen. Daarna rijden we het dorp uit omhoog. We nemen een afslag en komen weer op een super smalle passenweg langs afgronden uit. Gelukkig hebben we geen tegenliggers. We rijden lekker door en hebben mooi uitzicht over de vallei, maar er is niet echt een goede gelegenheid om foto’s te maken.

Eenmaal boven, inmiddels dik boven de 3000 meter, begint het paadje naar de Garganta. Op zich een interessant nauw pad, maar het stukje waar je echt goed uitzicht zou moeten hebben is het pad weggeslagen. Dat zeggen ze er dan boven niet bij.

Anika heeft alles wel heel goed en dapper zelf geklommen.

 

We gaan weer terug langs dezelfde weg en rijden weer naar onze overnachting. Blij dat we niet de moeite hebben genomen om dit hele stuk (4km) lang steil omhoog te hiken.

Die avond heerlijk pasta eten en mooi uitzicht over de vlakte vanaf onze overnachting en daarna een geweldige heldere sterrenhemel. We babbelen nog meer met de gasten, maken ene plan voor de volgende dag en gaan dan lekker slapen.


Semana Santa en Hornocal – 25 maart 2018

Al vroeg worden we gewekt door een soort trommels in de verte. De trommels houden de hele ochtend aan. Later blijkt dat het de processies zijn van Semana Santa, waarbij pelgrims door de stad marcheren met trommels en (pan)fluiten en een hoop herrie maken. Dat hoort bij de eerste dag van Semana Santa.

We ontbijten lekker in het hostel, lekkere toast, goede koffie. Verrassend, want het is best wel een budget locatie. We kijken naar het weer en de voorspellen en nemen de gok om naar Hornocal te rijden. Het is vandaag namelijk flink bewolkt en er wordt ook regen voorspeld, maar tegen de middag zou ook het zonnetje even door moeten komen.

Hornocal  is op ongeveer 1,5 uur rijden afstand en daarvoor moeten we weer langs Humahuaca en dan door over een hoge pas naar een uitkijkpunt op meer dan 4000 meter. Hornocal zelf is een berg met 14 verschillende kleuren. Best bijzonder dus.

De rit er naartoe gaat voorspoedig, al heeft de auto het wel zwaar met al het klimmen.

Na een tijd rijden komen we bovenin aan en zien we Hornocal mooi liggen. Wel opvallend dat de kleuren in het echt zoveel feller en mooier zijn dan je op foto vastgelegd krijgt. Kort nadat we wat kiekjes hebben genomen trekt het verder dicht met de bewolking. We wachten nog even en als we een opklaring zien aankomen lopen Anika en ik naar beneden. Een stukje van 500 meter of iets meer, maar wel 80 meter dalen. Maaike blijft bij Madouc die in de auto slaapt. Bovendien heeft Maaike best al wat last van de hoogte (4350 meter) en dan is je gaan inspannen niet de beste remedie.

Anika lijkt nergens last van te hebben. De weg terug is klimmen en dan voelen we het allebei toch best goed. We doen rustig aan.

Ondertussen is het ook weer gaan sneeuwen. Anika vindt het heel grappig.

Bovenaan blijven we nog even staan om te kijken of de bewolking wat verder wegtrekt. Terwijl we staan te wachten tikt een man op ons raam om ons te wijzen naar een ander mooi viewpoint, een stukje wandelen verderop. We kijken en zien het pad. Volgens Maps.me is het 1,7 kilometer, niet erg ver, maar wel behoorlijk klimmen en op deze hoogte voelt alles ver.

Volgens Maps.me is het evenwel een zelfde soort weg als wij hier naartoe gereden zijn. Dus besluiten we het met de auto te doen.

De weg is dan wel van dezelfde categorie op de kaart als de weg naar boven toe, qua kwaliteit is hij heel wat anders (slechter). De weg loopt behoorlijk ongelijk (linker en rechter spoor) waardoor we flink scheef hangen. Terwijl we al op de weg zitten wordt dat erger en – zal niets uitmaken, maar is voor het gevoel – we hangen allemaal zoveel mogelijk tegen om de auto niet om te laten rollen.

Met een Land Cruiser weet ik zeker dat het zwaartepunt laag genoeg zit en zou deze weg geen probleem moeten zijn, maar met deze Chinese Great Wall weet ik dat niet helemaal zeker. Maar ja, keren gaat hier ook niet echt. Gelukkig wordt het niet nog meer ongelijk en redden we het tot het viewpoint. Daar mooi uitzicht.

Nu dezelfde weg weer terug. Goed tegenhangend lukt dat ook.

Overmoedig willen we nog naar een ander weggetje waar ook een viewpoint is, maar na 30 meter blijkt die weg afgesloten. Dus achteruit terug. In de bocht maken we nog een foutje waardoor de achterwielen een stukje van de weg af rijden en de auto nu behoorlijk naar achteren hangt. Rem ingetrapt en 4wd low gearing aan. Dat gaat allemaal met een knopje en dan is het wachten tot het lampje gaat branden dat het systeem is ingeschakeld wel lang.

Gelukkig rijden we met 4wd-stand aan zonder problemen weg. Het is alsof de bandjes klauwen hebben gekregen.

We houden het verder bij Hornocal voor gezien en rijden we weg terug naar Tilcara.

In Tilcara is een grote mensenmassa en zijn er meerdere processies die muziek makend (als je het zo mag noemen) door de straten gaan. Het is een bijzonder gebeuren. En dan te bedenken dat deze mensen al vanaf vanochtend vroeg bezig zijn, hard slaand op de grote trommels en fluitend op hun panfluiten alsof hun leven er vanaf hangt.

Verderop in de stad nog een kleinere processie van een andere groep en vlak bij onze overnachting nog een van alleen maar vrouwen.

In de stad zijn de winkels dicht. Gelukkig komen we er achter dat ze tegen 6 uur weer open gaan, zodat we nog wat spullen kunnen kopen voor het avondeten.

’s avonds koken we een simpele maaltijd: brood met soep en omelet. Het smaakt heerlijk. Daarna is het tijd om te spelen en wat letters te oefenen voor Anika. Als we klaar zijn is het best laat en gaan we slapen.