De volgende morgen wil Anika nog steeds niets eten, maar we kunnen haar wel verleiden verdund appelsap via het pakje dat we open geknipt hebben te drinken (deze dame is veel te eigenwijs om gewoon water te drinken). Ook de zakjes met yoghurt, fruit en groente die we voor het geval dat mevrouw van 2 jaar in standje: “nee, dat lust ik niet” zou gaan, komt nu goed van pas.
Ons ontbijt is zeer royaal, met allerlei vruchten die we nooit eerder gegeten hebben. Anika heeft nog steeds hoge koorts maar wil graag even de draagrugzak in, dus we besluiten een kort tochtje door de stad te maken naar een ander deel waar we nog niet geweest zijn. We zien o.a. Plaza Carmen en een grote begraafplaats.Gebruik is hier om mensen boven de grond te begraven wat een bizar schouwspel van kleine en grote bovengrondse graven geeft als een kleine stad van de doden.
Niet zo gek dat ze dat hier Nercropolis noemen.
Onderweg lopen we langs typische Cubaanse straatjes, met sommige huizen prima onderhouden en daarnaast weer huizen in verval.
Er is een rare mengeling van armoede en relatieve rijkdom van een groepje mensen die het beter heeft (meer geld kunnen verdienen aan toeristen), maar bovenal een soort merkwaardige gelatenheid / berusting in het lot.
Cubanen proberen overal CUC’s voor te krijgen, gaan soms ongevraagd vanuit een rolstoel de ruit van je spiegel poetsen met de pet en hopen dan dat je er geld voor geeft. Het is zowel irritant als sneu tegelijkertijd.
We vertrekken rond een uur of 11:00 naar onze bestemming: Moron. Daar gaan we kijken of we een mooie gezellige casa kunnen krijgen in plaats van een all-in resort dat voor Caya Coco, dat 60 kilometer verderop ligt, het enige alternatief is.
Bij de casa van onze eerste keuze kunnen we niet meteen terecht (morgen wel), maar de buurman (neef) heeft een uitstekende casa met een ruime kamer, 2 bedden, bad, goed werkende (!) douche, etc., vrij uniek voor Cuba. Anika was onderweg al meer gaan drinken en komt hier echt tot rust. Ze knapt zienderogen op, gaat weer wat koekjes eten, drinkt weer redelijk goed en krijgt steeds meer praatjes. Gelukkig maar, want we begonnen ons wel enigszins zorgen te maken, al is het op stap met een arts natuurlijk wel makkelijker een betere inschatting te maken of het ernstig is of niet.
We doen vandaag niet veel. Terwijl Anika lekker met mama gaat spelen gaat papa er op uit om in het stadje pakjes vruchtensap voor de bijna 2-jarige koningin te halen en verder wat drinken voor een tripje naar Caya Guillermo morgen.
In de namiddag genieten we nog van een mojito op het dakterras terwijl we naar het cubaanse leven op de straat kijken onder ons. Dat is wel leuk van de casa’s en zeker het verblijf in een stadje als Moron, er is hier haast geen tourisme, iedereen gaat naar de hotels, dus je krijgt een goed beeld van het dagelijks leven van de cubaan. Veel cubanen hier werken wel weer in de hotels.
We krijgen een leuk inkijkje in de gang van zaken hier van de eigenaar van onze casa die 18 jaar heeft gewerkt in de hotels als barman, bediende, receptionist, etc., vanwege zijn voor hier goede engels. De meeste hotels zijn voor 75% eigendom van de staat en voor 25% van een keten die er voor zorgt dat er gasten komen. Iedere 5 jaar wordt opnieuw gekeken of die keten verder gaat of niet. Verklaart ook gelijk waarom het zoveel gunstiger is om vanuit Europa te boeken.
Een cubaan krijgt van de staat als maandloon ca 37 CUC, dat is een aanzienlijke verbetering tov Fidel, toen was het 20 CUC. Daarnaast heeft Raoul Castro het mogelijk gemaakt om eigenaar te zijn van een huis en eigendom over te dragen of te verhuren en kan je ook de eigendom van een auto overdragen en blijft dit niet rusten bij degene die de auto heeft ingevoerd. Ook komen er meer vrijheden om zelf een bedrijf te starten, al worden concurrenten van staatsbedrijven wel tegengewerkt voor wat betreft de mogelijkheden om goederen te kopen. De staatssteun van bepaalde bedrijven blijkt ook duidelijk uit te bewegwijzering. Alle staatshotels e.d worden naar CUbaanse standaard duidelijk van te voren aangegeven op borden, terwijl je voor de lokale hotels echt moet weten waar ze zijn.
De eigenaar van onze casa geeft ons nog wat tips over waar we wel en niet heen kunnen en moeten gaan op Caya Coco en Caya Guillermo en waar we goed kunnen eten, snorkelen, etc. Het is een verademing. Zo behulpzaam en oprecht vriendelijk, super.
‘s avonds gaan we eten bij het restaurant van de buren dat wordt gerund door de dame waar we morgen en overmorgen gaan overnachten. Het restaurant is in een sfeervol ingerichte achtertuin. Het eten is goed, zeker naar Cubaanse maatstaven, maar toch is dit niet beter dan de home cooking in Baracoa. Al met al heerlijk gegeten en daarna ook heerlijk geslapen. Maar niet lang… Anika had erg veel buikkrampen en spookt de hele nacht.